Voordat ik overstapte naar het carnivoordieet at ik coquilles (Sint Jacobsschelp) alleen in restaurants. Als ik dit op de menukaart zag staan was het een acuut zekerheidje. De mislukte poging om die dingen zelf te bakken maakte al dat ik ze nooit meer wilde gaan bakken. Nadat we een keer een soort carpaccio van coquilles aten ergens, eet ik ze tegenwoordig sowieso altijd rauw.
Dit kun je trouwens bij de betere viszaak ook laten doen, zodat je ze ter plekke kunt eten. Wel fijn als je een dagje weg bent en trek hebt.
Uiteraard kun je thuis de coquilles zo wegschrokken. Maar laten we voor de grap een iets beschaafdere bereiding proberen.
Ingrediënten
- Coquilles- Zout
- Limoensap
- Mango azijn
- Chilivlokken
Recept
Uiteraard kun je coquilles zo wegschrokken. Maar laten we voor de grap een iets beschaafdere bereiding regelen.Snijd de coquilles in flinterdunne plakjes. Mooist is dat je het bordje eronder kan zien door de coquilles heen. In principe zijn ze al lekker zonder iets erop.
Mocht je het willen opleuken kun je een minibeetje marinade maken. Echt een paar druppels limoensap en twee theelepels mangosap of mango azijn. Sprenkel dit over de gesneden coquilles. Verder een snufje zout (zwart zout uit Hawaï bijvoorbeeld) en wat chilivlokken. Mango en chili zijn immers een klassieker.
Variaties zijn bijvoorbeeld marinades met andere soorten azijn, of met ‘brin’ die je hebt als je dingen als kimchi maakt of asperges inmaakt.
Reacties
Een reactie posten